Twee is beter dan één!

Een interview met Petra van der Heide en Anneleen Schuitemaker
van het Concertgebouworkest, Amsterdam.

Interview door Alex Rider, vertaald door Sabine Meijers
15 april 2024, leestijd: 9 minuten


Sinds 1888 staat het prachtige Koninklijke Concertgebouw aan de Van Baerlestraat tegenover het Museumplein. De neoklassieke frontons en imposante torentjes zijn een herkenningspunt voor Amsterdam geworden. De concertzaal, waarvan de akoestiek tot de beste ter wereld behoort, is al sinds de opening de thuisbasis van het Concertgebouworkest, een groep die internationaal wordt geroemd om zijn uitmuntende orkestmuziek.

Voor onze lezers is het misschien bijzonder om op te merken dat het orkest over twee fulltime harpisten beschikt: Petra van der Heide, de eerste harpiste sinds 2003 (voorheen eerste harpiste bij de Opera in Darmstadt), en Anneleen Schuitemaker benoemd tot tweede/plaatsvervangend eerste harpiste in 2020 (voorheen academist bij verschillende grote Duitse orkesten).

Dat de toewijzing van twee vaste harpposities bij professionele orkesten schaars is, vindt Petra van der Heide erg jammer, en voor het behoud daarvan binnen het Concertgebouworkest is ze terecht trots:
“Het absolute hoogste niveau dat je in een orkest kunt bereiken, is met je vaste collega’s. Wanneer je een strijkinstrument bespeelt, is dat vanzelfsprekend […] maar voor harpisten denk ik dat het nog belangrijker is. Ik ben er echt trots op dat we de tweede harppositie hebben kunnen behouden.”

In deze moeilijke tijden, waarin de financiering van kunst en cultuur constant onder druk lijkt te staan, zijn het niet alleen de tweede harpposities die bedreigd worden, maar ook de solo-harpposities. Nu vaste harpisten hun pensioen naderen, overwegen sommige orkesten openlijk het idee van een nieuw model waarin freelance harpisten worden aangenomen op oproepbasis. Dit wordt versterkt door de mythe dat de afwezigheid van een vaste harpist het profiel van het orkest niet echt zou beïnvloeden: “Heel triest, maar het gebeurt overal,” zegt Petra met pijn in het hart “De orkestdirecteuren zijn ervan overtuigd dat het niet uitmaakt of de een of de ander speelt. Echter, het maakt de orkestleden wel uit. Ze willen een vaste collega.”

Anneleen Schuitemaker is het daarmee eens: “Ik denk dat het geweldig is om met een vaste collega te werken omdat je bekend bent met elkaars werkwijze en vertrouwd bent met elkaars timing […]. We kennen elkaar zo goed dat samenwerken eenvoudiger en efficiënter wordt”.

“Wij stemmen bijvoorbeeld altijd tegelijkertijd”, zegt Anneleen met een grijns.

Petra legt uit: “Ik heb situaties meegemaakt die niet ideaal waren. Soms heb je bijvoorbeeld nerveuze harpisten die eindeloos blijven stemmen en nauwelijks hiermee kunnen stoppen, vanwege de zenuwen. Wanneer je drie harpen te stemmen hebt in de pauze is dat een uitdaging. […] Toen ik begon in Amsterdam, heb ik de remplaçanten in Amsterdam aangemoedigd om op dezelfde manier te stemmen als ik. Niet voor mezelf, maar omdat ik net zoveel belang hecht aan de stemming van hun instrument als die van mijzelf.

Het goede nieuws is dat je meteen zeker weet dat de instrumenten bij elkaar passen, omdat je samen hebt gestemd”.

 

 

 

 

 

 


Anneleen and Petra proberen de harpen in de showroom van
Camac Harpen Nederland.


De perfecte collega!

In een harpsectie is twee meestal beter dan één als het gaat om een soepele samenwerking, iets wat Petra uit ervaring leerde na een periode van afwezigheid:

“We delen de harpen, beheren samen de snaren en regelen de bezoeken van harptechnici. Het is vooral in orkesten zonder een vaste harpist […] dat ik harpen in een zeer slechte staat aantref omdat niemand zich erom bekommert. Toen ik een tijdje afwezig was, vertrouwde ik volledig op Anneleen. Het was geweldig om een fijne collega ter plaatse te hebben, echt waar”.

Foto: Anneleen met haar nieuwe Oriane in het Concertgebouw.

De voordelen van twee vaste collega’s zijn natuurlijk niet alleen praktisch vanuit logistiek oogpunt, maar ook op muzikaal vlak. Het werk van een tweede harpist kan een uitdaging zijn, de muzikale opvatting is soms anders, en het delen van ervaring kan op dit gebied alleen maar helpen.

Anneleen legt uit: “Als tweede harpiste moet ik heel flexibel zijn.[…] Eén van de belangrijkste criteria van orkestspel is luisteren en daarnaast probeer ik Petra’s bewegingen zoveel mogelijk te volgen of zelfs te kopiëren. Soms doe ik een beetje ‘fading in’.

Ik zit altijd op het puntje van mijn stoel. Vaak moet ik niet alleen volgen, maar ook leiden, zoals bijvoorbeeld in Symphonie Fantastique [Berlioz]. Daarin moet ik proactief zijn.”

Op dit punt kan Petra haar enthousiasme nauwelijks bedwingen: “Ik denk dat Anneleen het perfecte voorbeeld is van een tweede speler: zeer coöperatief en flexibel.

Maar Anneleen heeft ook de nodige leiderschapskwaliteiten en die heb je zeker nodig op de tweede stoel. Dit wordt door veel harpisten onderschat. [Ik bedoel, ze is echt de perfecte collega. Schrijf dat maar op!]”

Een voorbeeld waar ze beiden met veel genoegen op terugkijken, was een recente uitvoering van Schönbergs baanbrekende (en voor harpisten dankbare) Gurre-Lieder, met vier harppartijen.

“Octaven!” roept Petra uit, verwijzend naar een bijzonder voor het voetlicht tredend octaaf in het lage register aan het einde van deel 1 van de Gurre-Lieder. Hierbij wordt het octaaf unisono gespeeld door de harpsectie.

“Vier harpen tegelijk, helemaal alleen, niemand anders die speelde. Het is beangstigend. Telkens als ik speelde, hoopte ik dat iedereen zou volgen en dat deden ze elke keer, op exact hetzelfde moment.

Het moet gezegd worden dat we een geweldige dirigent hadden, hij was heel duidelijk: Riccardo Chailly. Ook de moedige inzet van de extra spelers heeft bijgedragen aan het succes van deze uitvoering. Dus ja, het was geweldig.”

De vier harpen van het concertgebouworkest op het podium, inclusief de twee Camacs voor de uitvoering van de Gurre-Lieder

 

 

 


HET GEREEDSCHAP VAN HET VAK

Het zou hypocriet zijn om nu niet met trots te vermelden dat het Concertgebouworkest net een tweede gouden Oriane heeft aangeschaft, om hun harpvloot compleet te maken. Petra: “Ik heb al sinds 2008 een Camac in het orkest, waarop ik alle solo cadenzen gespeeld heb”. Anneleen voegt hieraan toe: “Wat interessant is, is dat de instrumenten van Horngacher en Camac qua klank heel goed samengaan.” [het Concertgebouworkest heeft er nu twee van allebei].

“Dat is absoluut waar!” Beaamt Petra en ze voegt eraan toe: “De verschillen tussen harpisten zijn zoveel groter dan de verschillen tussen harpen. Als de één graag op Horngacher wil spelen en de ander op Camac, kunnen we samen altijd een homogeen geluid bereiken.

Petra met twee Elysée’s in München.

Anneleen met de twee Oriane’s gedurende het bezoek van onze technicien.

Uiteindelijk is het ideale instrument voor elk van hen in de eerste plaats een kwestie van passie.Topmusici zijn continu in ontwikkeling: ze zoeken, leren en verbeteren hun spel voortdurend. “Ik hou van de harpen van Camac. De uitgebalanceerde klank en het speelgemak. Het past helemaal bij mij”.

Privé speelt Petra al sinds 1998 op Camac en ze heeft onlangs haar eigen verzameling harpen uitgebreid met een prachtige Élysée.

 

“Op het moment dat Anneleen haar Oriane [voor het orkest] vond, liep ik vorig jaar tegen mijn Élysée aan. Het is het klassieke verhaal van de harpiste die niet op zoek is naar een nieuwe harp, maar er tegenaan loopt. “Het was gewoon toeval dat Camac en ik tegelijkertijd in München waren […] Na twee dagen uitproberen voelde ik: o jee, ik wil deze harp!”

Beide harpisten zijn het erover eens dat de investering van Camac in klantenservice een belangrijk aspect is in het succes van onze prettige relatie met artiesten:

Onze technici, opgeleid in onze werkplaats, reizen de hele wereld over om ervoor te zorgen dat onze klanten het beste uit hun harpen halen. Onlangs waren we in Amsterdam om de Camac harpen van het Concertgebouworkest te onderhouden.

Nadat Anneleen en Petra de kwaliteiten van onze technicus Guillaume Tijou hebben geprezen, voegen ze eraan toe: ” Camac luistert echt naar zijn klanten. En dat is zo belangrijk, want wij zijn de gebruikers van jullie producten. En dat maakt echt het verschil.”


LUISTEREN

Aan onze lezers die een orkestcarrière ambiëren, waar letten orkestharpisten op topniveau op?

“Het is de expressieve en logische manier van spelen die het interessant maakt om naar de diverse instrumenten te luisteren. De interpretatie van verschillende stijlen is van groot belang. Als orkestmusicus luister ik wellicht anders dan harp solisten, omdat we de grootste componisten zoals Stravinsky, Mahler en Bartok spelen, en natuurlijk Debussy en Ravel. Deze componisten leren ons om op een logische wijze te fraseren en precies dat mis ik nogal eens bij harpisten. Blazers doen dit al op een natuurlijke manier, terwijl veel harpisten vergeten te ademen”.  

Anneleen vult aan:

“Ik ben het eens met Petra, want ik geloof dat veel harpisten verticaal denken [wat betekent dat ze harmonisch denken in plaats van melodisch]. Mijn advies is altijd om voor andere instrumentalisten te spelen. Tijdens mijn voorbereiding op de auditie voor het Concertgebouworkest heb ik van hun het meest geleerd. En dan heb ik het vooral over ademhaling, frasering en klankbalans.”

Al met al kunnen we, door te luisteren naar deze vooraanstaande harpisten, een parallel trekken tussen het werk van de harpbouwer en dat van de harpist: beide rollen draaien om luisteren en reageren; we leren allemaal van elkaar om het hoogst mogelijke doel te bereiken door een proces van rijke, gedeelde ervaring. Dank aan Petra, Anneleen en het Concertgebouworkest voor het kiezen van Camac. En in de woorden van Anneleen, laten we samen streven naar de juiste klankbalans.



Nawoord:

Dank je wel Petra en Anneleen voor dit prachtige interview met Alex Rider en voor de kans om het met ons Nederlandse publiek te delen.

Deze bijzondere foto is van de eerste ontmoeting van Petra en Sabine tijdens het openingsfestival van Camac Harpen Nederland in februari 2017 en blijft een waardevolle herinnering aan het begin van onze vruchtbare relatie.

Jullie toewijding, artistieke visie en passie voor muziek, zijn onze inspiratie om te streven naar excellentie in onze dienstverlening. Dit interview herinnert ons eraan waarom we zo gepassioneerd zijn over wat we doen voor de gemeenschap van musici en liefhebbers van de harp. 

Hartelijk dank voor de mooie samenwerking!

Sabine